Brief minister met betrekking tot inrichting wijkzorg

Brief minister met betrekking tot inrichting wijkzorg

20 mei 2019; Wellicht al bekend, maar de minister heeft een brief naar de kamer gestuurd over zijn visie op de wijkzorg in de toekomst. Hij gaat daar ook onder punt 3 specifiek in op de ANW zorg en achterin de brief zegt hij ook iets over de Nza en de opdracht die hen heeft gegeven over de bekostiging van de ANW zorg.

Daarnaast wordt de samenwerking tussen gemeenten huisartsen en vvt ook door de minister genoemd. Waizers is zeer bekend met deze materie en helpt regio’s met de ongeplande zorg in de ANW uren en het coördinatievraagstuk met ELV bedden. Hieronder staan de betreffende stukken tekst uit de brief apart.

Hoofdstuk 3

Zorgverzekeraars zijn diverse initiatieven met zorgaanbieders gestart waarbij
sprake is van meer samenwerking en samenhang in de wijk. Verzekeraars en
aanbieders willen daar steviger op inzetten om de huidige versnippering tegen te
gaan. Zij hebben afgesproken dat zij in 2020 en 2021 landsdekkend zullen komen
tot afspraken over (i) de ANW-wijkverpleegkundige zorg, (ii) de coördinatie van
het ELV en (iii) de herkenbaarheid van het team in de wijk. De uitkomst staat dus
vast: in iedere regio hebben partijen over deze drie onderwerpen afspraken
gemaakt. Het staat partijen daarbij vrij om zelf te kiezen welke afspraak zij
daarvoor maken. Dat houdt in dat partijen eerst samen zullen moeten kijken naar
de huidige afspraken, deze kritisch moeten beschouwen ‘kan het beter’ en zo ja,
gezamenlijk komen tot die betere afspraken.

Zorgverzekeraars hebben aangegeven in 2020 contractuele afspraken te maken
over de coördinatie van het ELV en over de ANW zorg. Het komen tot (meer)
samenhangende wijkverpleegkundige zorg in het herkenbare en aanspreekbare
team in de wijk vergt nadere uitwerking door de HLA partijen voordat contractuele
afspraken kunnen worden gemaakt. De HLA partijen gaan hiermee aan de slag en
komen rond deze zomer met een nadere uitwerking zodat dit in de inkoop voor
2021 kan worden meegenomen.
Het herkenbare team wijkverpleging is gericht op het bevorderen van
samenwerking in de wijken en het maken van afspraken met netwerkpartners
zoals gemeente, ziekenhuis en huisartsen(post). Partijen hebben aangegeven
daarbij niet alleen te kijken naar de aansluiting Zvw-Wmo maar ook naar de
aansluiting Zvw-Wlz.
Met deze set aan afspraken wordt richting gegeven voor de hele sector, terwijl er
voldoende ruimte blijft voor verzekeraars om een eigen inkoopbeleid te voeren en
zorgverzekeraars en zorgaanbieders samen oplossingen kunnen kiezen die het
best in lokale situaties past. Met deze afspraken wordt tevens invulling gegeven
aan de motie Hijink4 over samenwerking in de wijk. Ik beschouw deze motie
hiermee als afgedaan.
Bij het vormgeven van samenwerkingsafspraken rijzen vragen of
samenwerkingsvoornemens verenigbaar zijn met de Mededingingswet. Het is
daarom goed dat de Autoriteit Consument en Markt (ACM) investeert in
voorlichting over haar toezichtpraktijk. Naast haar richtsnoeren voor de zorgsector
heeft de ACM specifieke publicaties uitgebracht zoals over haar toezicht op
zorgaanbieders in de eerstelijnszorg en over de ruimte voor partijen om
geneesmiddelen gezamenlijk in te kopen. Mede om ontwikkelingen rond ‘de juiste
zorg op de juiste plek’ te bevorderen, werkt de ACM momenteel aan een leidraad
over haar toezicht op samenwerking bij regionale herschikking in de zorg.
Desgewenst kan concrete individuele casuïstiek aan de ACM worden voorgelegd.
Om de zorg in de toekomst te blijven garanderen zal gezamenlijk meer moeten
worden ingezet op preventie om zo zwaardere vormen van zorg te voorkomen dan
wel uit te stellen. De HLA-partijen inventariseren goede voorbeelden van preventie
in de wijkverpleging. Deze voorbeelden zullen worden verzameld en worden
gebruikt om er samen van te leren.
Inkopende partijen – zorgverzekeraars, gemeenten en zorgkantoren – werken
intensief samen aangezien cliënten die wijkverpleging ontvangen vaak ook gebruik
maken van hulp en ondersteuning vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning
(Wmo) en er een goede aansluiting moet zijn op de Wet langdurige zorg (Wlz).
Die samenwerking zie ik steeds verder op gang komen en ik ben dan ook
verheugd over de werkstructuur die deze partijen hebben ontworpen.5 Voor het
optimaliseren van hun onderlinge samenwerking hebben de drie financiers
gekozen voor een landsdekkende regio-indeling.

NZA tekst:

De basismodellen en de toepassing van het huisartsenmodel op de wijkverpleging, zoals hierboven beschreven, betreffen de planbare zorg. In de zorg is echter ook sprake van niet-planbare zorg. Op dit moment heeft iedere zorgaanbieder voor de wijkverpleging een eigen infrastructuur met afspraken voor niet-planbare zorg. De NZa wil stimuleren dat zorgaanbieders bepaalde systeemfuncties rondom de niet-planbare zorg regionaal in de keten gaan organiseren en aanbieden. Volgens de NZa ligt het niet voor de hand om dergelijke functies op te nemen in de inhoud en het tarief van een gemiddelde integrale prestatie. De NZa stelt voor te onderzoeken hoe deze functies het beste bekostigd kunnen worden.

Bron: Minister De Jonge (VWS) https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2019/05/14/kamerbrief-over-bekostiging-en-toekomstperspectief-voor-de-wijkverpleging

Geen reactie's

Geef een reactie